Om iets te kunnen zeggen over de conditie van de reeën zijn gegevens nodig. Naast tellen en waarnemen van gedrag kunnen we de reeën meten en wegen. De gegevens helpen een indruk te krijgen van de reeën en na verloop van de tijd van de ontwikkeling. De reeën zijn een resultaat van de leefomgeving. Zo kun je het effect van beheermaatregelen in cijfers laten zien.

Om de conditie te bepalen van mens en dier wordt een relatie gelegd tussen gewicht, lichaamsbouw en vetten. Dat noemt men de Body Mass Index (BMI).

Om de BMI zo nauwkeurig mogelijk te bepalen wordt rekening gehouden met de bekende invloeden op het gewicht. Zo zal een één jarig ree lang niet zo zwaar zijn als de driejarige bok. Zo is er naast leeftijd ook het verschil in geslacht. En het moment van het jaar.

Reeën kunnen we wegen voor het gewicht, dan is het wel belangrijk te weten of het was met of zonder ingewanden en/of kop. Daarnaast kunnen we de lichaamsbouw meten en kun je het geslacht en de leeftijd bepalen.

Wil je de gegevens kunnen vergelijken zullen deze altijd op dezelfde wijze worden ingewonnen. Dat is erg belangrijk en betekent dat het wegen, het meten en het registreren consequent op dezelfde wijze moeten worden uitgevoerd.

Van elk ree wil je graag weten:

Datum
meting
Geslacht Leeftijd
jr
Gewicht
ontweid
kg
Kop
ja/nee
Romp
lengte
cm
Borst
diepte
cm

11/02/07
 

reegeit
 

< 1
 

9,2
 

ja

58
 

19
 

11/02/07
 

reebok
 

< 1
 

8,1
 

nee

57
 

18
 

 

Het wegen, meten en vervolgens uitwerken van de gegevens heeft als doel iets te kunnen zeggen over dat ree maar meer nog over reeën in een bepaald gebied. We weten al dat de te meten waarden sterk afhankelijk zijn van factoren.

Reeën groeien gedurende het eerste, tweede en derde levensjaar. Het gemiddelde gewicht van reekalveren is aan grote individuele schommelingen onderhevig door het moment van geboorte en de omstandigheden waarin het kalf opgroeit. Hoe jonger het ree hoe gevoeliger het resultaat voor deze schommelingen. Het gemiddeld gewicht van een ree is .... Maar je weet dat het gemiddeld gewicht van reekalf lager is en dat dit gedurende de eerste 1 á 2 jaar toeneemt. We zeggen dan dat het resultaat minder zeker is naarmate het ree jonger is. Toch kunnen we een deel van deze onzekerheid weg nemen. Door uitspraken meer toe te spitsen op leeftijdscategorieën. Dat kan alleen als we de metingen aan zo'n categorie kunnen toewijzen. Dat is de reden dat naast de leeftijd van het ree ook de datum van de meting geregistreerd wordt.

Een tweede factor om de datum goed te registreren is de invloed van seizoenen op het gewicht van de reeën.

De derde factor is het verschil in lichaamsbouw tussen de reebokken en de reegeiten en de verschillende momenten waarin zij veel energie verbruiken. Om dat onderscheid te kunnen bepalen is het geslacht van belang. Vooral de winter en de bronst zijn momenten dat reeën erg interen op hun gewicht.
Bij het berekenen van de gemiddelde gewichten is het daarom raadzaam om bij de:

  • Reekalveren de gemiddelden per maand te berekenen
  • Volwassen dieren een gemiddelde voor en na de midden bronst (31 juli) en voor en na de midden winter (15 januari).
Afbeelding: Meten borstdiepte

Naast het gewicht wordt in een aantal methoden de lichaamsbouw van het dier gezien als belangrijk gegeven voor een goede conditie van reeën. Je meet de lichaamsbouw in borsthoogte en -diepte bij het ree waarvan het borstbeen niet is geopend/doorgesneden. Het verse dier ligt op een vlakke ondergrond met een rechte rug.

De borsthoogte meet je net achter de voorpoten.

Afbeelding: Meten romplengte

De romplengte meet je van de weerstand van het zit-/schaambeen tot het voorste punt van het borstbeen, waar hals in borst overgaat.

Cookies instellen