De aanwezigheid van reeën wordt grotendeels bepaald door de aanwezigheid van afwisselend dekking en open terrein. Reeën komen daarom voor in gebieden onder zeespiegel zoals in Nederland tot in het hooggebergte in heel Europa inclusief Turkije en tot ver in Rusland.

Uit de bodem van het IJsselmeer zijn geweien van reeën opgegraven die bijna een miljoen jaar oud zijn. Dat overbrugt, vier ijstijden. In de perioden tussen de ijstijden, is de aarde soms tienduizenden jaren warm geweest. Het ree heeft dus bar koude en warme leefomstandigheden overleeft. Het dier heeft overleeft in de regio's Griekenland en Spanje. Van waaruit zij steeds opnieuw het verspreidingsgebied ten noorden van de Alpen zijn gaan gebruiken.

Tekening: Verspreidingsgebied reeën

De populatie reeën is gegroeid tot de meest voorkomende soort herten in Europa. Vanaf de laatste ijstijd heeft het gebied van de Atlantische Oceaan naar het Verre Oosten eruitgezien als een koude steppe. Van het zuidwesten van Frankrijk langs de Middellandse Zee tot aan de rand van de Karpaten hebben de reeën zich verspreid. Daarna is de gemiddelde temperatuur gaan stijgen en is het verspreidingsgebied naar het noorden uitgebreid. Het ree is daarbij goed in staat gebleken om de invloeden van de omgeving te overleven. Migreren en aanpassen lijkt de overlevingsstrategie van het ree.

De mens heeft zich ontwikkeld tot grootgebruiker van natuurlijke bronnen. Vanaf de late middeleeuwen is een beperkende invloed uitgeoefend op het voorkomen van reeën. In grote delen van Europa is de bevolking toegenomen en daardoor ook het cultiveren van de bodem en de daarop groeiende gemeenschappen van wilde planten en dieren. Door het ontginnen en cultiveren van de natuur raakt dit wild de noodzakelijke leefomstandigheden in hun leefomgeving kwijt, zo ook de reeën. Inmiddels is er meer en meer aandacht voor deze negatieve ontwikkelingen.

De bescherming die daaruit voortvloeit heeft als gevolg dat lokaal de dichtheid toeneemt en de dieren zich verspreiden. Met de gevolgen die dat met zich meebrengt zullen mensen leren omgaan. Dat leren samenleven met reeën is de reden voor het ontstaan van Kenniscentrum Reeën.

Nederland is goed voor reeën

Tachtig jaar geleden kwam het ree in Nederland vooral voor in de bosrijke streken op de hogere zandgronden in het oosten en midden van ons land. Het viel net als konijn en haas onder het wild.

Het ree past zich snel aan naar de leefomstandigheden en wordt daarbij geholpen door regels. Met de bescherming door de jachtwet (1954) is het aantal reeën dan ook snel toegenomen. Niet zo zeer in de dichtheid maar wel heeft deze soort zich sterk over het land verspreid.

Afbeelding: Geografische verspreiding van het ree 1960

 

Afbeelding: Verspreiding ree 2003

De soort weet goed te profiteren van de regels rond populatiebeheer (jagen) en de veranderingen in het beheer van bos, infrastructuur en natuur. De reeën komen nu verspreid over alle provincies van Nederland voor en voelen zich inmiddels onder andere thuis in het noordelijk zeekleigebied van Groningen, in de veenweidegebieden in Friesland, in het natte elzenbroekbos in de kop van Overijssel en in de akkerbouwgebieden in Flevoland en Zeeland. Daarnaast is het ree in de duinen een bekende verschijning. Kortom, we treffen dit dier in een grote variatie van leefomstandigheden aan.

Met het regelen van het natuurbeheer per leefgebied ziet de toekomst er voor het ree goed uit.

Cookies instellen